Deze week gebeurde er iets bijzonders in de Tweede Kamer. In reactie op Kamervragen over het drugsbeleid deed demissionair staatssecretaris Blokhuis heel even normaal over drugs.
Dit kabinet staat niet bepaald bekend om zijn open houding als het gaat om praten over drugs. Een paar weken geleden gaf Blokhuis nog aan dat hij geen brede voorlichtingscampagne voor drugs wil, omdat hij mensen niet op ideeën wilde brengen. Of, in zijn woorden, dat ‘hiermee mogelijk risicovol en schadelijk gedrag rechtstreeks onder de aandacht van een te brede doelgroep wordt gebracht, met kans op risicovol gedrag’. Niet praten, maar verbieden dus.
Nog geen twee weken later lijkt het kabinet 180 graden te zijn gedraaid. Volgens Blokhuis wordt het taboe op drugs kleiner en “dat betekent dat ouders eenvoudiger dan voorheen in staat zijn om drugsgebruik met hun kinderen te bespreken en dat het voor mensen die door drugs in de problemen zijn geraakt gemakkelijker is om hulp te zoeken en te vragen.” We hadden het niet beter kunnen zeggen.
Maar wacht eens even… we hebben dit gezegd! Met posters, interviews en op social media heeft #normaaloverdrugs de afgelopen weken het land wakker geschud. We schreeuwden het van de daken: laten we normaal doen over drugs, laten we drugs bespreekbaar maken! Blijkbaar slaat onze boodschap aan bij het kabinet.
Dus, mission accomplished? Nog lang niet! Het taboe op drugs is helemaal nog niet weg. Er valt nog veel te bespreken over drugsgebruik en zeker over het drugsbeleid. Bovendien: normaal praten over drugs is pas de eerste stap. Daarna moeten we nog normaal doen. Zou Blokhuis daar ook al klaar voor zijn?
