De nieuwe drugswet tilt de strijd tegen drugs naar een nieuw niveau. Deze ‘stofgroepenwet’ verbiedt stoffen waarvan noch de psychoactieve werking, noch de schadelijkheid voor de gezondheid is aangetoond. Met andere woorden, er worden stoffen verboden die geen drugs zijn. Daarmee zet de regering de rechtsstaat op losse schroeven. Want waar ligt de grens?
De Opiumwet bevat van oudsher stoffen waarvan nadrukkelijk is aangetoond dat ze ‘het bewustzijn van de mens beïnvloeden’ en ‘kunnen leiden tot schade aan zijn gezondheid en schade voor de samenleving’. Terwijl de schadelijkheid van sommige van deze stoffen al jaren ter discussie staat, doet de nieuwe drugswet er nog een schepje bovenop: tal van stoffen waarvan de schadelijkheid én werking onbekend is, worden “voor de zekerheid” verboden.
De regering noemt de nieuwe drugswet “een aanvulling” op de Opiumwet. Maar het gaat verder dan dat. Deze aanpak gooit rechtszekerheid overboord en zet daarmee de deur open naar willekeur. Want als je de schadelijkheid of werking niet meer hoeft te bewijzen, waar ligt dan de grens voor het volgende verbod?
In de War on Drugs heiligt het doel de middelen, volgens het kabinet. De verdovende middelen welteverstaan. Want er zijn nog veel meer redenen waarom het stofgroepenverbod een slecht idee is. Er is zelfs een alternatief met een politieke meerderheid! Toch houdt de regering koppig vast aan een drugswet die de problemen alleen maar erger maakt. Alleen Kamerleden die hun hoofd koel houden kunnen dit nog stoppen.
Laat het de Kamer horen: stop de nieuwe drugswet.
#nieuwedrugswet