Skip to main content

Dinsdag 21 januari debatteerde de Eerste Kamer eindelijk over de nieuwe drugswet. Het was weer niet om aan te zien. Bij een paar partijen is het kwartje gevallen dat de wet een slecht idee is, maar het kabinet blijft met zijn hoofd tegen de muur rammen.

Vooral staatssecretaris Karremans verspreidde complete nonsens. Zo zou er een uitzondering zijn voor stoffen ‘voor huis-tuin-en-keukengebruik’. Onzin. Middelen bij de drogist zouden zijn uitgezonderd als ‘geneesmiddelen’. Niet waar. Er zouden geen stoffen onbedoeld worden verboden. Onderbouwing ontbreekt. Gebruik van NPS zou afnemen door het verbod. Nul bewijs. De risico’s van NPS zouden ‘wetenschappelijk beoordeeld’ zijn. Niet dus.

Daarbij pleit hij voor een landelijke campagne zoals in Rotterdam heeft gedraaid. Je weet wel, zo’n campagne die averechts werkt. Die drugsgebruik juist stimuleert. De campagne waarvan alle gedragswetenschappers en voorlichtingsorganisaties smeekten om NIET uit te voeren.

Nul inhoud

Alle inhoudelijke vragen kaatsten af op de staatssecretaris en minister. Ze schermden met angstargumenten en internationale afspraken, en gingen niet in op serieuze staatsrechtelijke en inhoudelijke vragen. Nog altijd wachten we op een onderbouwing waarom stoffen als propiconazool en fenylalanine niet onder de chemische definitie van de wet vallen. Nog altijd lijkt niemand het erg te vinden dat het basisprincipe van de Opiumwet (bewezen schadelijke stoffen reguleren) wordt geschonden.

Als je écht grip wil hebben, maak je regels en houd je toezicht. Je geeft de markt niet aan criminelen.

Redelijke stemmen

Gelukkig waren er ook een paar redelijke bijdragen van D66, JA21, Volt en twee sterke bijdragen van GroenLinks-PvdA en PvdD. Dank aan die senatoren voor hun inzet!

Nieuwsgierig naar alle inbreng? Lees hier het redelijk neutraal verslag van het debat.

Aanmelden nieuwsbrief

Vink onderstaande optie aan.
Dit veld is vereist.